Als accountant ben je de vertrouwenspersoon voor al het maatschappelijk verkeer. Een accountant laat zien hoe betrouwbaar de jaarrekening van een bedrijf is, maar ook of bijvoorbeeld overheidsuitgaven goed verantwoord zijn. Daarnaast steun je als accountant ook de ondernemer als deze vragen heeft over bijvoorbeeld de financiën of de administratie. Kortom, je houdt je bezig met het samenstellen, beoordelen en controleren van jaarrekeningen en financiële overzichten.
Als geen ander heeft de accountant zicht op hoe een onderneming functioneert. Door het analyseren van de cijfers kun je er bijvoorbeeld achterkomen dat één van de medewerkers aan het frauderen is, of zie je bepaalde mogelijkheden voor het bedrijf om meer winst te maken. Natuurlijk moet je dit ook goed kunnen communiceren naar de klant. Je bent dus niet alleen met cijfers bezig, maar zeker ook veel met mensen. Dit maakt het accountantsberoep heel afwisselend. Jouw adviezen kunnen letterlijk geld opleveren en dit maakt jou als accountant een belangrijke gesprekspartner voor al je klanten.
Grote en middelgrote bedrijven, banken en overheidsorganisaties in Nederland moeten hun jaarrekening vergezellen met een ‘accountantsverklaring’. Deze verklaring bevestigt dat een accountant de cijfers van een jaarrekening heeft gecontroleerd en deze als juist heeft bevonden. Vooral voor aandeelhouders, schuldeisers en het management is zo’n verklaring erg relevant, aangezien zij belang hebben bij een juiste weergave van de cijfers. Op deze manier voegt de accountant vertrouwen toe aan het maatschappelijk verkeer.
Het beroep is eigenlijk ontstaan door een gebrek. Tot 1879 was er weinig tot geen controle in het bedrijfsleven. Het Pincoffs schandaal legde in 1879 de gebreken in de financiële controle in het bedrijfsleven bloot. Deze gebeurtenis heeft ervoor gezorgd dat er binnen het maatschappelijk verkeer controle moet zijn door een onafhankelijk specialist; de accountant!
Na het schandaal zijn ook de eerste richtlijnen voor het beroep op papier gezet. C.J Theunissen schreef toen namelijk het boek ‘Proeve van administratie controle in vennootschappen van koophandel’. Hij werd later ook de eerste voorzitter van het Nederlandsch Instituut van Accountants (NiVA). Daarnaast zijn er ook twee belangrijke economische gebeurtenissen die mee hebben geholpen aan de ontwikkeling van het beroep; de industriële revolutie, de opmars van de naamloze vennootschappen en scheiding van eigendom en beheer in de loop van de 20e eeuw.
In de loop van de 20e en 21e eeuw heeft de beroepsorganisatie zich verder ontwikkeld. Hieronder vind je de belangrijkste mijlpalen in het ontstaan van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA):
Als accountant vervul je een belangrijke maatschappelijke rol. Daarom ben je gebonden aan een set van zeer strenge regels. Deze staan genoemd in de HRA (Handleiding Regelgeving Accountancy). Je dient je aan de volgende 5 fundamentele beginselen te houden:
PROFESSIONALITEIT
de accountant onthoudt zich van elk handelen of nalaten waarvan hij weet of behoort te weten dat dit het accountants beroep in diskrediet brengt of kan brengen.
INTEGRITEIT
de accountant treedt eerlijk en oprecht op
OBJECTIVITEIT
de accountant laat zich bij zijn afwegingen niet ongepast beïnvloeden.
VAKBEKWAAMHEID
de accountant houdt zijn vakbekwaamheid op het niveau dat is vereist om een professionele dienst op een adequate wijze te kunnen verlenen.
VERTROUWELIJKHEID
de accountant die de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent, dan wel kan vermoeden, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens.
Er zijn meerdere verschillen tussen een boekhouder en accountant. Een accountant heeft een hbo- of wo-opleiding afgerond op het gebied van belastingen, administratie, controle en bedrijfseconomische kwesties. Daarnaast heeft een accountant ook drie jaar praktijkervaring opgedaan, voordat hij of zij ingeschreven wordt in het accountantsregister.
Naast de opleiding, is het grootste verschil dat het accountantsberoep bij wet is geregeld. Dit betekent dat deze jaarrekeningen mag controleren, beoordelen en/of samenstellen. Indien een accountant zijn werk niet goed doet, kan deze erop worden aangesproken op basis van tuchtrecht of ter verantwoording worden geroepen bij de Accountantskamer. Voor boekhouders gelden deze wettelijke verplichtingen niet.